Skip to main content
  • April 2023

    Een Egerländer kapel speelt veel walsen, polka´s en marsen. Dat doen wij dus ook en daarom gaan we eens iets dieper in op de WALS, muziek in ¾ maat.

    De wals is een van de oudste dansen, afkomstig uit Frankrijk en is onder de naam "VOLTA"in de 12 e eeuw uit de Provence naar Parijs gekomen.

    Later, zo rond 1770, werden deze muziek en dans in 3/4e maat populair in Beieren en Bohemen onder de naam Duitse wals of boerenwals.

    In de eerste helft van de 19e eeuw werd deze dansmuziek wereldwijd beroemd door Länner en Strauss onder de naam Weense wals.

    Hiermee is de muziek bedoeld en zeker niet de dans, want tot ongeveer 1815 vond men de wals ongepast en zelfs immoreel door de gesloten danshouding.

    Naast deze "danswalsen" kennen we ook de "concertwalsen" van bijv. Brahms, Liszt of Chopin.

    De wals, zoals in de Weense dansstudio´s wordt aangeleerd,  is muzikaal iets anders qua accent dan de walsen in Bohemen en Beieren.

    De wals in deze streken werd op bruiloften en feesten gedanst en was ook muzikaal iets vrijer dan de strakke muziek en dans in bijv. Wenen.

    Vaak werd er ook bij gezongen en dat ging meestal over het leven, blijdschap en de liefde voor iemand of de "Heimat".

    Dit vinden we ook heel sterk terug bij de in Zwodau (vlakbij Falkenau in Bohemen)  geboren Ernst Mosch.

    Deze muzikant en componist is in 1946 met zijn vrouw en enkele vrienden gevlucht naar Beieren.

    Hier heeft hij de Böhmische muziek bekend gemaakt. Het karakter van de muziek werd met een licht Beiers/Oostenrijks sausje overgoten en zo ontstond de "Egerländer Musik".

    Deze stijl herkennen wij dan ook in de mooie Egerländer walsen, die wij spelen en de zang wordt bij ons prachtig vertolkt door Evelyn en Benny.

    In Bohemen is ook nog een andere wals bekend. Dit is de "SOUSEDSKA". Deze mooie en typisch Böhmischer wals heeft een iets rustiger en meer deinend karakter.

    Tot slot wijs ik erop dat ook van de sousedska concertvarianten bestaan en dan verwijs ik naar AntonDvorak , opus 46, de nummers 4 en 6.

    Eelke Teitsma